Holdingstructuren kunnen fiscaal geruisloos worden opgezet met toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit (art. 14 Wet VPB 1969). In zijn arrest van 30 november 2012, BNB 2013/32 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een beroep op deze faciliteit niet mogelijk is bij een beoogde onmiddellijke dooroverdracht van de onderneming. Het realiseren van een drietrapsholdingstructuur met de bedrijfsfusiefaciliteit wordt daardoor (deels) onmogelijk gemaakt. Dit arrest doet de vraag rijzen of er gelijkwaardige alternatieven zijn om fiscaal gefacilieerd een drietrapsholdingstructuur op te zetten. In dit tweede deel van het tweeluik wordt deze vraag aan de hand van een vijftal herstructureringsscenario’s beoordeeld.