Innovatie | 5 PE | €244,50

Familiebedrijven hebben de reputatie niet innovatief te zijn, maar het tegendeel is waar! Deze editie gaat in op diverse fiscale stimuleringsregelingen op het gebied van innovatie, maar ook op andere innovatieve stimuleringsmogelijkheden. Daarbij kunt u denken aan de innovatiebox en de WBSO. Verder komen de bijzondere verslaggevingsproblemen van innovatie in de jaarrekening aan bod. Er wordt tot slot ingegaan op de beperkingen waar familiebedrijven tegen aan kunnen lopen als zij willen innoveren.

Ja, ik bestel de e-learning Innovatie

Inhoud e-learning

1) Fiscale stimuleringsregelingen op het gebied van innovatie – WBSO | Mr. I.A.A. Jansen | 1 PE

2) Innovatiebox: de stand van zaken | Mr. L. van de Reep | 1 PE

3) Stimuleringsmaatregelen op het gebied van innovatie | K.A. Walraven Msc en R.G.F. Hulsink Msc | 1 PE

4) Verslaggevingsaspecten van innovatiekosten | C.L.J.M. Knock AA | 1 PE

5) Innovatie en het familiebedrijf| Mr. L.D.L. Bles-Temme en prof. dr. R.H. Flören | 1 PE

6) Perikelen rondom de bezitseis BOR | Mr. A.M.A. de Beer | 1 PE

Zie onderstaand voor gedetailleerde informatie voor de onderwerpen van de e-learning.

1) Fiscale stimuleringsregelingen op het gebied van innovatie – WBSO | Mr. I.A.A. Jansen | 1 PE

Voor Research & Development (R&D) wordt jaarlijks door de overheid budget beschikbaar gesteld. De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) is een faciliteit in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen die, als een inhoudingsplichtige of zelfstandige zonder personeel over een S&O-verklaring beschikt, tot een verlaging van loonkosten leidt. In deze e-studie leest u voor welke soorten ontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek een S&O-aanvraag kan worden ingediend. Bij een aanvraag voor een ontwikkeling van een product, productieproces of programmatuur is het van belang dat de ontwikkeling technisch nieuw is voor de aanvrager en de ontwikkeling technische knelpunten bevat. Bij een wetenschappelijk onderzoek wordt gezocht naar een verklaring van een verschijnsel. Alle voorwaarden en vereisten om de afdrachtvermindering S&O toe te kunnen passen, komen in deze e-studie aan bod.

Leerdoelen

Na het volgen van deze e-studie weet u:

  • wat de WBSO inhoudt;
  • wat de voorwaarden en administratieve vereisten zijn om WBSO toe passen;
  • hoe u WBSO kunt aanvragen.

2) Innovatiebox: de stand van zaken | Mr. L. van de Reep | 1 PE

Het belastingvoordeel dat ondernemingen met de innovatiebox kunnen behalen, lijkt af te nemen. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Allereerst de wetswijzigingen, met daarbij de aanscherping in de toegangstickets. Daarnaast de theorie van het laagst mogelijke aggregatieniveau. Dit onderstreept de relevantie van een goede analyse van de functies binnen de onderneming die bijdragen aan de winst op dit lagere aggregatieniveau. Met name bij verlenging van een geëindigde vaststellingsovereenkomst kan dit tot complexe discussies leiden met de Belastingdienst. Tot slot is het opvallend dat innoverende ondernemingen minder profiteren van de dalende vennootschapsbelastingtarieven, terwijl innovatie toch steeds een speerpunt van de Nederlandse overheid is.

Leerdoelen

Na het volgen van deze e-studie:

  • weet u welke samenhang noodzakelijk is bij het tweede toegangsticket voor de innovatiebox;
  • weet u welke stappen er nodig zijn om tot het innovatieboxvoordeel te komen;
  • kent u enkele veel voorkomende knelpunten bij het verlengen van een vaststellingsovereenkomst innovatiebox.

3) Stimuleringsmaatregelen op het gebied van innovatie | K.A. Walraven Msc en R.G.F. Hulsink Msc | 1 PE

Als innovatieplannen aansluiten op doelen van overheden, dan is er een grote kans dat gebruikgemaakt kan worden van stimuleringsbeleid. Er zijn talloze innovatiesubsidies beschikbaar die kansen bieden om een innovatieproject tot een succes te maken. Maar hoe vind je het meest geëigende instrument? Deze e-studie schetst een overzicht van stimuleringsmaatregelen op het gebied van innovatie. Duidelijk zal worden wat de meest interessante programma’s zijn, welke voorwaarden van invloed zijn op de kansrijkheid en met welke wettelijke bepalingen u rekening dient te houden.

Leerdoelen

Na het volgen van deze e-studie weet u:

  • wat de meest interessante innovatiestimuleringsprogramma’s zijn op provinciaal, nationaal en Europees niveau;
  • welke randvoorwaarden een essentiële rol spelen bij het vormen (en toetsen) van subsidiekansrijke projecten;
  • met welke wettelijke bepalingen u mogelijk te maken krijgt en wat de implicaties hiervan zijn.

4) Verslaggevingsaspecten van innovatiekosten | C.L.J.M. Kock AA | 1 PE

Innovatie heeft gevolgen voor de jaarrekening. De verwerking hiervan kent vele facetten en kan complex zijn. Eerst wordt uitgelegd wat innovatie is en in welke posten deze inspanning terugkomt in de jaarrekening. De voorwaarden wanneer de post ontwikkelingskosten kan worden geactiveerd worden toegelicht en welke waarderingsgrondslagen van toepassing zijn. Op welke wijze werkt de bijzondere waardevermindering en, vooral, wanneer is deze van toepassing. Welke toelichting dient hierover te worden opgenomen in de jaarrekening? Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de micro-/kleine rechtspersoon en middelgroot/groot. Er dient een wettelijke reserve te worden opgenomen. Toegelicht wordt op welke wijze er een beperking ontstaat in de uitkering van dividend. Als laatste wordt de verwerking van het ontwikkelingskrediet nader toegelicht.

Leerdoelen

Na het volgen van deze e-studie kent u:

  • het onderscheid tussen onderzoeks– en ontwikkelingskosten;
  • de verwerking van onderzoeks- en ontwikkelingskosten; welke kosten activeren, welke niet?
  • de toepassing van de wettelijke reserve.

5) Innovatie en het familiebedrijf | Mr. L.D.L. Bles-Temme en prof. dr. R.H. Flören | 1 PE

Een belangrijke mythe is dat familiebedrijven dermate conservatief zijn en willen vasthouden aan bestaande producten, markten en processen dat voor innovatie weinig ruimte is. Uit recent onderzoek van Nyenrode Business Universiteit blijkt echter dat familiebedrijven op het gebied van innovatie niet onderdoen voor andere typen bedrijven. Wel hebben familiebedrijven specifieke beperkingen om te innoveren. De drie belangrijkste zijn: het vastzitten van het familievermogen in het familiebedrijf, de afhankelijkheid van de oprichter dan wel de huidige directeur voor innovaties en de openheid jegens en bereidheid tot samenwerking met externe partijen.

Leerdoelen

Na het volgen van deze e-studie heeft u:

  • inzicht in innovatie bij familiebedrijf;
  • inzicht in de relatie tussen innovaties en familiekapitaal;
  • kennis van de drie beperkingen waar familiebedrijven rekening mee dienen te houden.

6) Perikelen rondom de bezitseis BOR | mr. A.M.A. de Beer | 1 PE

De bezitseis in geval van verkrijging van aanmerkelijkbelangaandelen (art. 35d, lid 1, onderdeel c, SW 1956) leidt tot de nodige discussies tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst. Een ervan betrof de vraag of de ‘ondernemingseis’ ook van toepassing is op de uitbreiding van de onderneming. Op 29 mei 2020 heeft de Hoge Raad in een drietal voor de bedrijfsopvolgingspraktijk belangrijke arresten zijn licht laten schijnen over deze kwestie. Een uitstekend moment dus om de beziteis in geval van verkrijging van aanmerkelijkbelangaandelen onder de loep te nemen.

Leerdoelen

Na het volgen van deze e-studie weet u:

  • wat de bezitseis van de BOR inhoudt;
  • op welke wijze de bezitseis moet worden toegepast in houdsterstructuren;
  • wat de Hoge Raad heeft beslist in zijn arresten van 29 mei 2020 en wat de gevolgen hiervan zijn voor de praktijk;
  • wat de gevolgen zijn voor de bezitseis bij verlettering, juridische splitsing en verhanging van aandelen.

 

Ja, ik bestel de e-learning Innovatie