Het is vanuit verschillende oogpunten interessant een bedrijfsopvolging via een commanditaire vennootschap (cv) te laten verlopen. Zo kan een geleidelijke bedrijfsoverdracht tot stand worden gebracht tussen bijvoorbeeld een ouder en een kind. Het voordeel voor het kind is dat deze de ouder nog niet (volledig) hoeft uit te kopen. Het kapitaal van de ouder blijft in de vennootschap zitten. Maar ook fiscale motieven spelen een rol bij de keuze voor een cv. Zo kan de zeer ruime bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 1956 (SW 1956) van toepassing zijn als een commanditair aandeel vererft of wordt geschonken. Ook kunnen doorschuiffaciliteiten in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) worden toegepast.