In deze bijdrage worden de gevolgen van (echt)scheiding voor partnervennootschappen geanalyseerd. De gevolgen worden in belangrijke mate bepaald door het geldende huwelijksgoederenregime, het samenlevingscontract, het antwoord op de vraag of de onderliggende, materiële onderneming wordt voortgezet dan wel gestaakt en – bij voortzetting – wie van beide partners de onderneming voortzet en het eventueel van toepassing zijn van een doorschuifregeling. De gevolgen van (echt)scheiding voor de drie onderscheiden rechtsvormen, de partner-firma, de partner-maatschap en de partner-cv zijn vrijwel identiek.