In menige praktijksituatie van een dochtermaatschappij die voor 100% wordt gehouden door een moedermaatschappij, is sprake van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Wordt de dochtermaatschappij in het kader van een bedrijfsopvolging overgedragen aan een derde, dan is daarvan de consequentie dat de fiscale eenheid verbreekt. In deze bijdrage worden de gevolgen van een verbreking van een fiscale eenheid ten aanzien van onder meer de verliezen die de dochtermaatschappij binnen de fiscale eenheid heeft geleden, maar ook op eventuele interne vordering/schuldverhoudingen tussen de moeder- en de dochtermaatschappij besproken.