Met ingang van 1 april 2017 is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking getreden en is het voor de dga mogelijk om in het verleden opgebouwd pensioen in eigen beheer geruisloos om te zetten in een oudedagsverplichting. Hoe de (civielrechtelijke) afwikkeling van de oudedagsverplichting bij het overlijden van de dga plaatsvindt is tot nu toe echter nog onduidelijk. Dit wordt met name veroorzaakt doordat geen duidelijkheid bestaat over de civielrechtelijke kwalificatie van de aanspraken ingevolge de oudedagsverplichting. Vallen de aanspraken ingevolge de oudedagsverplichting in een eventuele huwelijksgemeenschap en/of nalatenschap? Of worden de aanspraken ingevolge de oudedagsverplichting verkregen op grond van een derdenbeding? Vervolgens moet bij de afwikkeling van de oudedagsverplichting als gevolg van het overlijden van de dga nog aan een aantal fiscale voorwaarden worden voldaan. De gerechtigden tot de aanspraken ingevolge de oudedagsverplichting worden bij het overlijden van de dga in de erfbelasting betrokken. De latere uitkeringen aan de gerechtigden zijn belast als loon uit vroegere dienstbetrekking waarover loonbelasting en inkomstenbelasting is verschuldigd.