In de praktijk wordt bij herstructureringen van vastgoed bij familiebedrijven veel gebruik gemaakt van de civiel-juridische vorm van (af)splitsing. Voor de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting is een splitsingsfaciliteit opgenomen. De overdrachtsbelasting kent qua bewoordingen een gelijke faciliteit. Voor de toepassing van de faciliteit in de overdrachtsbelasting geldt een eigen toetsingskader, ten minste dat is het standpunt van de Belastingdienst. In de praktijk wordt dit nog wel eens onderschat. Daarnaast is ook niet altijd duidelijk wanneer bij een (af)splitsing sprake is van een verkrijging voor de heffing van overdrachtsbelasting. In dit artikel staat de faciliteit in de overdrachtsbelasting centraal. De auteur schetst het kader voor de overdrachtsbelasting en beschrijf de mogelijkheden en belemmeringen bij een (af)splitsing van vastgoed Duidelijk zal worden dat die dekselse overdrachtsbelasting net even anders is… of toch niet?