In dit artikel wordt ingegaan op de werknemerseis voor de doorschuiffaciliteit. Deze geldt bij schenking van aanmerkelijkbelangaandelen. De diverse begrippen uit het vereiste, namelijk ‘dienstbetrekking’, ‘onmiddellijk voorafgaand aan de schenking’ en ‘de vennootschap waarop de aandelen betrekking hebben’ worden nader toegelicht. Hierbij worden enkele praktische voorbeelden gegeven waarin wel of geen sprake is van een dienstbetrekking en worden de diverse goedkeuringen van de staatssecretaris behandeld. Uitgangspunt is steeds een aandeelhouder die tenminste 5% van de aandelen houdt in een BV (aanmerkelijk belang).