Voor een bedrijfsopvolger is het veelal moeilijk de overnameprijs van een onderneming te financieren. Dat kan er bij familiebedrijven toe leiden dat de overdrager bereid is om van hem niet de hoogste prijs te vragen (de waarde in het economische verkeer), maar een waarde waardoor het voor hem mogelijk is het bedrijf rendabel te exploiteren. Daardoor kan de positie van de bedrijfsoverdrager of diens erfgenamen in het gedrang komen. Om dat te voorkomen, kan een zogenoemde meerwaardeclausule opgenomen worden, waarbij in geval van vervreemding van het bedrijf door de opvolger de meerwaarde met de overdrager of diens erfgenamen verrekend moet worden.