Voor de bedrijfsopvolgingsregelingen in de SW 1956 en de Wet IB 2001 geeft een kwalificerend (indirect) aanmerkelijk belang toegang tot de faciliteiten. De wet kent een toerekeningsregeling voor een indirect aanmerkelijk belang. De regelgeving omtrent het vaststellen van een indirect aanmerkelijk belang wordt in veel praktijksituaties onduidelijk als soortaandelen deel uitmaken van de vennootschappelijke structuur. In dit artikel komen enkele algemene aspecten van de begrippen ‘indirect aanmerkelijk belang’ en ‘soortaandelen’ aan de orde en worden aan de hand van praktijkvoorbeelden enkele knelpunten en onduidelijkheden behandeld.