De praktijk laat zien dat de confrontatie van familiebedrijven met het structuurregime heel wat voeten in de aarde kan hebben. Dit ziet met name op de daarmee samenhangende verplichtingen, waaronder het instellen van een raad van commissarissen. Familiebedrijven, die traditioneel vaak gesloten van aard zijn, hebben niet altijd behoefte aan een raad van commissarissen. Ze kunnen een raad van commissarissen zien als ‘pottenkijker’. Is dat wel terecht? Het toepassen van het structuurregime heeft ook voordelen en het invoeren van een raad van commissarissen (onder goede begeleiding) kan een waardevol proces zijn.