In deze bijdrage gaat de auteur in op de bezitseis van één jaar vóór het overlijden en vijf jaar vóór de schenking en de voortzettingseis van vijf jaar na het overlijden en de schenking in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet 1956. Wat is de achtergrond van deze eisen en wat kan en mag een ondernemer nog wel doen en wat niet meer tijdens de bezits- en voortzettingsperiode? Ook wordt belangrijke jurisprudentie besproken over de uitbreiding van de – objectieve en subjectieve – onderneming tijdens de bezitsperiode. Voorts komen enkele varia aan de orde, onder andere tracking stock en de tweetrapsmaking.
Leerdoelen
Na het lezen van dit artikel weet u:
- hoe de bezitseis en voortzettingseis luidt;
- wat wel en niet kan in de bezits- en voortzettingsperiode;
- hoe met de uitbreiding van de (objectieve en subjectieve) onderneming moet worden omgegaan;
- hoe de bezits- en voortzettingseis mogelijk zullen worden gewijzigd.