
Toen mijn kinderen kleiner waren, hadden we heel veel speelgoed. Na een paar minuten spelen heb je zoveel producten verzameld dat je al kunt spreken van een winkel: verschillende soorten groente en fruit, sauzen, spaghetti, drinken, pannen, borden et cetera. Alleen nog een kassa en ik zou een echte winkel hebben. Met veel interesse keek ik naar het overige speelgoed dat nog op de grond lag en in de grote kist zat. Ik vroeg mijn zoon of ik al het speelgoed van hem mocht kopen. Dat mocht (gelukkig). Hij vroeg of ik de kist met inhoud wilde kopen of alleen de inhoud. Gevraagd naar het verschil tussen die twee opties was het antwoord kinderlijk eenvoudig: de kist. Ik koos ervoor om het speelgoed op de grond en de kist met inhoud te kopen. Kind blij, ik blij. Vlak daarna kwam mijn dochter en vroeg me wat ik met mijn winkel ging doen. Daarop antwoordde ik dat, als zij goed zou meewerken in mijn winkel, ik dan de winkel aan haar zou geven. Dat wilde ze wel. De winkel was volgens de kinderen wel € 1 mln. waard. Dat zou ze toch zo’n € 200.000 schenkbelasting kosten, mijmerde ik. Maar is dat ook zo? …